Koninginnegelei

Wat is het en waar komt het vandaan
De larven van koningin, werkster en dar krijgen de eerste drie dagen uitsluitend voedersap geproduceerd door de voedersapklieren van de werksters. Na de derde dag wordt aan de werkster- en darrelarven een mengsel van voedersap, stuifmeel en honing gevoerd. De koningin daarentegen blijft het voedersap gedurende haar gehele larvestadium ontvangen. Ook als ze volwassen is wordt de koningin met het voedersap gevoerd. Vandaar de naam koninginnegelei.

Koninginnegelei is parelmoerachtig van kleur en zurig van smaak. Het is rijk aan aminozuren, enzymen, mineralen en vitamines.

Aangezien een koningin veel langer leeft dan een werkster of dar, moet koninginnegelei bijzondere eigenschappen bezitten. Het is gezond en geeft energie.

Oogst
Koninginnegelei kan met een pompje geoogst worden uit de koninginnedoppen. Dit is zeer arbeidsintensief. Er zijn maar weinig imkers die dit doen en de meeste koninginnegelei die in Nederland op de markt komt, komt uit het buitenland (vaak Aziƫ).